Er heeft heel wat bloed, zweet en wellicht zelfs een traan gevloeid alvorens men het eens werd. Het kostte de nodige kruim aan gekibbel en kift en er verstreek een behoorlijke tijd, maar het is ze dan toch eindelijk gelukt een coalitie te vormen. Een zeer gemêleerd collectief, met uiteenlopende ideeën en principes en een nogal complex te combineren agenda, trad onlangs aan als onze nieuwe regering. Het resultaat van deze enigszins onsamenhangende en veelzijdige, doch enthousiaste club ministers is dan ook een nooit geëvenaard kleurrijk geheel, dat een bonte bordesfoto te weeg bracht. Nog nooit tevoren was er een dergelijk gewaagde variëteit aan kledij te bespeuren op de trappen van Paleis Huis ten Bosch. Het portret lijkt echter een letterlijke weergave van de veelzijdigheid van de partijen die gezamenlijk ons land zullen gaan vertegenwoordigen. Er klinken echter geluiden van onvrede en wantrouwen vanuit het land. PVV stemmers zijn verbolgen over het feit dat hun ruim verkozen partij niet vertegenwoordigd wordt in de regering. Begrijpelijk wellicht, maar laten we niet vergeten dat de oppositie geen onbelangrijke rol heeft in ons land. Een zodanig samengestelde regering zal een glasheldere spiegel voorgehouden moeten krijgen om te voorkomen dat de partijkleuren zullen vertroebelen en een grootschalig bemiddelen en schikken een poepkleurig kabinet zal voortbrengen. Een schone taak weggelegd voor de oppositie. Grote zorgen maakt men zich ook over het feit dat partijen de beloftes niet meer nakomen die in het verkiezingsprogramma werden gepresenteerd. Ieder weldenkend mens zou zich echter toch hebben kunnen realiseren dat er bij zo’n ruim aanbod aan verkiesbaar materiaal, hier en daar wel wat geschaafd en gesneden dient te worden. Er zal dus wat water bij de wijn gedaan moeten worden. Niet teveel natuurlijk, want als je te veel water bij een mooie Cabernet Sauvignon doet, had je net zo goed een rosétje kunnen nemen. Enige bezorgdheid en kritiek mag en is ons Nederlanders eigen. Maar waarom zelfs de schoenen van onze vicepremier en minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zo in opspraak kwamen is mij een raadsel. We mogen er toch vanuit gaan dat hij zijn eerste dag als minister geen intentie had om ons allen tegen zich in het harnas te jagen. Dat maakt dat hij vermoedelijk een ander signaal af heeft willen geven dan pure provocatie. Oké, Hugo heeft wellicht een fetisj, of hij heeft zich vernieuwend en fris willen presenteren. Hij is in ieder geval geen meeloper, want dan had hij een paar zwarte schoenen uit de kast getrokken. Laten we deze mensen met een gezonde scepsis, doch met vertrouwen in onze volksvertegenwoordiging een beetje krediet geven.
Op zijn minst tot het tegendeel ontegenzeglijk bewezen is.
Maand: oktober 2017
Een zinloos bestaan?
Er bestaan van die momenten dat ik, wellicht iets te serieus, de zin van mijn leven probeer te achterhalen. Als ik ’s avonds na half 9 uitgeblust op de bank zit, zoals mijn hangende pubers zich dat al vanaf drie uur in de middag kunnen permitteren of tijdens vakanties zelfs rechtstreeks vanuit hun bed, mijmerend over de overhemden die ik eigenlijk zou moeten gaan strijken, komt dat onbevredigende gevoel wel eens naar boven van de zinloosheid van mijn onophoudelijke bezigheden. Ik kan er maar niet aan wennen dat ik denk boodschappen in huis te hebben gehaald voor een dag of drie, die de volgende middag onder mijn handen vandaan zijn gekaapt en verorberd door, naar het schijnt, geheimzinnige bezoekers die zichzelf nimmer prijsgeven. Dat er ’s avonds amper of niet wordt gegeten van mijn zorgvuldig gekozen ‘schijf van vijf’-maaltijd zet wel tot denken. Het wegwerken van drie volle wasmanden is inmiddels bijna dagelijkse kost in dit huishouden, maar dat de eerste alweer vol zit alvorens ik de laatste schoon heb, geeft niet de beoogde voldoening. Hoewel ik geniet van het schone huis, wanneer de hulp weer is geweest, is haar komst al vrijwel onzichtbaar zodra de kinderen en honden weer een gering aantal uur in huis zijn. Kruimels op het aanrecht, zand kraakt alweer onder mijn schoenzolen en de zorgvuldig opgeklopte kussens, opgevouwen dekens en aangeschoven stoelen zijn in een oogwenk verledentijd en bedolven onder rugzakken en jassen. Zo dien ik een dag later de stofzuiger zelf weer ter hand te nemen om de heen en weer drijvende plukken hondenhaar te elimineren. Onbegrijpelijk dat die beesten überhaupt nog haar hebben met dit overdadige haarverlies. De tandpasta van de kinders zit de volgende ochtend al weer her en der verspreid over de wastafel en met een beetje pech zelfs op de spiegel. Ik doe m’n rondje huis in een ras tempo na het uitlaten van de honden en als ik het niet vlotjes laat geschieden, staan mijn drie trouwe viervoeters wanneer ik klaar ben al weer gelukzalig naar me te kwispelen voor hun tweede rondje. Tussen de bedrijven door hark ik de bladeren uit de tuin zodat deze er weer strak bij ligt, maar al vóór ik de groencontainer heb geparkeerd waar hij hoort en de hark in de garage heb gedropt, overschaduwt het eerste dozijn xl-plataanbladeren mijn inzet alweer. Ik constateer met een zucht dat de kussens nog buiten op de zogenaamde loungeset liggen. Ik heb ze er neergelegd toen ik een zonnetje zag verschijnen, echter voordat ik de twaalf onmogelijke dingen er had liggen was deze verdwenen. Met goede hoop op een terugkerende zon liet ik ze even liggen, tot de regen me overviel en de dikke kussen doordrenkt van water en niet meer op te bergen waren en erop zitten is ook zelden een optie. Zodra de zon schijnt kunnen ze mooi even drogen, bedacht ik steeds, maar voor ik het wist was er weer een bui overheen gegaan. Ze liggen nu al twee maanden buiten. Overhoren van huiswerk vind ik prima, maar overweldigende moedeloosheid valt me ten deel als mijn kind me vertelt dat het ‘super slecht’ ging omdat we uren aan het verkeerde hoofdstuk hebben gezeten. Zo lijkt ook aan het aanvullen van wc papier, inslaan van shampoo, brood, melk, cola, chips en beestenvoer, het ontbladeren van de dakgoten, het zemen van de ramen, het plakken van fietsbanden geen einde te komen en geen eer meer te behalen. Mijn leven is een soort ‘Groundhog day’, zo’n dag die iedere ochtend terugkomt zonder enige vorderingen, wellicht tot ik het eens anders aan ga pakken. Ik put enige troost uit de moeders om me heen die zeggen hetzelfde mee te maken. Waar zijn we in godsnaam mee bezig?
Overmorgen moet ik werken, ik kijk ernaar uit!