Hoe opmerkelijk is het toch, dat je zo vaak mensen spreekt die dezelfde irritaties en ergernissen hebben ten opzichte van bepaalde kenmerkende gedragingen van mensen in het algemeen. Dat je steeds weer bijval vindt in je, wellicht intolerante, opvattingen en men altijd exact dezelfde mening is toegedaan. En dat terwijl je toch zou zeggen dat je ook eens iemand tegen het lijf zou moeten lopen van het soort waaráán je juist zo gruwelijk aanstoot kunt nemen en een zinloze discussie moet krijgen over de tegenstrijdige opinie over die typerende gedragingen, maar dat gebeurt dus in feite nooit. Zo is mijn irritatielevel voornamelijk in groeps-apps spoedig bereikt. Het liefst zou ik dergelijke intieme massamedia mijden, ware het niet dat het om praktische redenen bijna onmogelijk is je hiervan te distantiëren. Ik houd er dan ook van als de beheerder van zo’n groep informatie rondstuurt en reacties buiten de groep om worden gegeven. Duidelijk en zonder poespas. Slechts wanneer het strikt noodzakelijk of werkelijk van toegevoegde waarde is, begrijp ik dat een reactie naar allen in de app, of ‘reply to all’ in een mail, een juiste keuze kan zijn. Jammer genoeg is dit zelden het geval. Uit pure noodzaak had ik vorig jaar een behoorlijk aantal groeps-apps, waar ik echt niet omheen kon. De team-apps van mijn jongste drie kinderen, de klassenapp van groep 8 en mijn eigen team-app en zo nu en dan word ik plots nog een aan een tijdelijk app toegevoegd voor een evenement, verjaardagsfeest of een bijbehorende ‘kado-app’. Tot op heden heb ik de ergernis kunnen onderdrukken en de vraag ingeslikt hoe het in vredesnaam mogelijk is, dat na de vraag: “Wie kan er a.s. zaterdag rijden?” er steevast, minimaal driekwart van de gebruikers een reactie stuurt met “Ik niet!”. Na de vierde begin ik met mijn ogen te draaien, maar na de achtste krijg ik de neiging de goegemeente eens ernstig toe te spreken en te confronteren met hun non communicatie. Oké, ik geef toe dat het wellicht wenselijk is om te weten dat er mensen zijn die niet in de gelegenheid zijn, zodat er eventueel alternatieven geregeld moeten worden, maar graag pas wanneer een ieder in de gelegenheid is geweest om in zijn of haar agenda te kijken en er een reële kans bestaat dat men positief heeft kunnen reageren. Negen van de tien keer zijn er namelijk voldoende positieve reacties, zodat er meer dan genoeg auto’s beschikbaar zijn op die zaterdag. Dat zou mij dan ook direct de frustratie besparen om venijnig terug te gaan typen: “Volgens mij vroeg ze wie er WÈL kon rijden!!!”, maar nog net op tijd weer weet te verwijderen. Wie ik ook spreek, men heeft ditzelfde ook al meegemaakt en tot nu toe heb ik nog nooit iemand horen zeggen dit niet ergerlijk te vinden. Nooit tref ik iemand die zegt: “O, maar dat is toch juist wel prettig, of gezellig”, die 54 gemiste appjes zonder inhoud, die ik noodgedwongen door moet scrollen omdat halverwege wel eens een bericht van de beheerder annex coach zou kunnen staan met zinnige teksten. Waar zijn dan die mensen die dit wel doen, spreek ik die dan net toevalligerwijs niet? Of zouden we onszelf niet bewust zijn van onze eigen onnozelheden en ons allemaal aan elkaar ergeren zonder zelfreflectie. Ik vind het een frappante gewaarwording. Ook bemerkte ik in de groepsapp van het hockeyteam van mijn zoon, wanneer er een principiële discussie tussen de moeders op gang komt, waarbij een ieder op starre wijze slechts oog blijkt te hebben voor hun eigen kind en omstandigheden, de vaders uit plaatsvervangende schaamte, bij bosjes uit de app stappen. Die doen dat dan ook gewoon. Ik moet daar stiekem wel om grinniken. Tegelijkertijd realiseer ik me echter dat ik er ook wel uit zou willen, maar we dan geen informatie meer door krijgen, dus ik beter braaf kan blijven waar ik zit. Dat er zo nu en dan een appje van een moeder verschijnt, over een spugend kind dat derhalve niet naar de donderdagavond-training kan komen, terwijl de trainer niet eens in de groep is opgenomen vind ik enigszins onbegrijpelijk, maar de invasie ‘beterschappen’ die vervolgens de groep terroriseert is het toppunt van zinloos geweld. Ik koester nog altijd de hoop dat de eerste die zo’n appje leest en de drang niet kan onderdrukken iets terug te schrijven, namens iedereen een bericht stuurt; ‘beterschap namens ons allen!’ Iedere week verscheen er tegen etenstijd in mijn teamapp een berichtje van een teamgenoot die overduidelijk geen zin meer had om zich in haar trainingsbroek te hijsen, laat staan de koude avondlucht te trotseren, met de woorden: “Wordt er nog getraind?” “Tuurlijk wordt er getraind! Waarom zou er niet worden getraind?”, riep ik dan tegen mijn beeldscherm. Iedere week kwam deze vraag en als ik niet rap genoeg was met mijn stellige antwoord dan waren er al vijf afmeldingen naar aanleiding van deze insinuerende vraag. Uit de summiere statistieken van slechts ons veteranen-team blijkt dat de drempel om zonder enig excuus af te haken aanzienlijk daalt wanneer anderen je voor zijn gegaan met hun afmelding. De groepsapp werd dan ook het einde van onze trainingsavond. De meest schrijnende van allemaal was de app ter ere van de 50-ste verjaardag van een vriendinnetje. Een groep van zo’n vijfentwintig vrouwen in één app. Een enorm leuke uitnodiging verscheen, met het verzoek te laten weten of je erbij zou zijn. Uiteraard, ook omdat het sociaal wenselijk is, reageerden alle 25, hetzij positief, hetzij negatief, ín de groep. Inmiddels ben ik dermate geadapteerd dat ik me hier gedwee bij neer kan leggen. Na een aantal weken kwam echter een verdrietig bericht in de app, over nare familieomstandigheden van onze ‘sara in spé’ die een uitstel van haar feestje eisten. Je raadt het al. Zeer invoelende en meelevende berichten, ik moet het een ieder nageven, overspoelden de app. De ontegenzeglijk goedbedoelde tranentrekkers overtroefden elkaar en ontwikkelden zich tot ware poëzie. Ik had mijn medeleven al aan haar persoonlijk gemeld, dus had mijn creativiteit niet meer op de groep los kunnen laten al had ik dat gewild. Nee, nu wist ik het zeker, dergelijke persoonlijke, intieme berichten wilde ik niet in zo’n groep delen. Het voelde alsof ik stiekem in hun dagboek had gekeken. Alle overdadige felicitaties, afmeldingen en beterschapswensen uit het verleden, zelfs de misplaatste redenen en smoezen om aan te geven waaróm je op zaterdag niet kunt rijden, die mij sowieso niets aangaan en werkelijk niemand een kont kunnen schelen, bleken plots een stuk minder ongemakkelijk. In dezelfde adem bedenk ik schromelijk dat mijn ruimdenkendheid wellicht te wensen overlaat. Dat ík het anders zou doen is nog geen garantie dat al het andere ongepast of verkeerd zou zijn. Dat ik me erover opwind, laat ik gewoon bij mijzelf en schrijf ik indien nodig, lekker van me af. ☺
Maand: maart 2017
Rutte, doen we nog een rondje?
Met een mengeling van verwondering, ongenoegen en zelfs herkenning heb ik het RTL-lijsttrekkersdebat zitten aanschouwen. Zonder enorm op de inhoud van de contrasten tussen de partijen in te gaan en daarmee menigeen mijn politieke voorkeur op te dringen, moet me toch wat van het hart. Hoewel ik het enerzijds erg spijtig vond dat onze eigen premier niet van de partij bleek te zijn, ben ik anderzijds de mening toegedaan dat zo’n RTL-studio wellicht ook niet de meest deugdelijke setting voor een man als Mark Rutte is. Daarvoor is hij toch veel te normaal gebleven? De vermakelijke klucht die Wilders echter weg had kunnen geven wanneer hij ten tonele was verschenen, zou de kijkcijfers zeker hebben vermenigvuldigd. Gekenmerkt door zijn choquerende uitlatingen, afgewisseld met wollige teksten die ongekend veel over zijn kapsel zeggen, maar des te minder politiek inhoudelijk weer geven, weet hij toch behoorlijk verdienstelijk mee te dingen. Petje af overigens voor de vijf heren politici die zich wel in het hol van de leeuw hebben begeven en een pittig staaltje twisten met een glimlach lieten zien. De oplopende, doch begrensde discussies geven mij altijd een wat ongemakkelijk gevoel. Ik geloof dat ik de banale schreeuwpartijen en tactische loeren die men elkaar draait bij Expeditie Robinson als minder gênant ervaar. Het duurde tamelijk lang alvorens ik voor mezelf op een rijtje had waar die plaatsvervangende gene vandaan kwam, maar opeens wist ik het. Dat hele debat deed me verdacht veel denken aan de laatste lange maanden van mijn stukgelopen huwelijk. Hadden onze vijf wannabe premiers binnen de vier muren van een huiskamer dit keurige dispuut gevoerd, zoals ik dat met mijn ex deed, dan was het RTL programma wellicht een duplicaat van het ongeciviliseerde tv-drama “Get the fuck out of my house’ geworden. Men zou in dat geval wel een aanmerkelijk reëler beeld van de onderlinge onenigheden hebben gekregen. Mogelijk een aanzet voor over vier jaar, met de naam “Get the fuck out of my country”. Maar daar is waarschijnlijk al patent op aangevraagd door de befaamde, overzeese grondleggers van dit idee, Trump en Clinton. De ingehouden verwijten aan elkaars adres, de verwerpingen van elkaars oplossingen, maar bovenal de begeerte het gelijk te halen, waren een verbijsterende déjà vu. Ook de onmogelijke wens om gezamenlijk tot een utopische slotsom te komen en dat alles onder leiding van een neutrale partij die je, net als je lekker op dreef bent, de mond denkt te moeten snoeren, was uitermate herkenbaar. De rol van Frits Wester was onmiskenbaar een persiflage op onze mediator. Zogenaamd objectief en onpartijdig, maar ondertussen. Naast deze openbaring, kwam bij mij tevens meer helderheid in de komende verkiezingen tot stand. Bijvoorbeeld dat Roemer zo nu en dan waarachtig best iets zinnigs kan zeggen. Het is alleen een extra moeilijkheid om door het carnavaleske uiterlijk en dito accent van de SP-leider heen te luisteren. Asscher lijkt me een zeer meegaand en vredelievend man. Veel te lief eigenlijk voor de politiek en ook veel te zoetsappig voor een PvdA-man. Ik zie hem dan ook meer ‘All you need is love’ presenteren. Buma was juist in de oppositie van toegevoegde waarde bevestigde hij zelf, wellicht een eerbare plek die hij zou moeten blijven ambiëren. Mochten de CDA-stemmers in groten getale toenemen, dan zou een mooie rol voor hem zijn weggelegd als rechtschapen sidekick van de toekomstige premier. Klaver is te ambitieus en zijn partij met hem. Prima knul, maar moet eerst met de beentjes op de grond. Pechtold stak, met zijn alerte blik en snelle reactie, volgens de kijker boven de rest uit. Tja die man kan inderdaad aardig debatteren, maar is dat de meest waardevolle eigenschap om over ons oranje vaderland te kunnen regeren? Vijf latente kandidaten voor een coalitie, om ons trotse land verbonden, sterker en gezonder te maken. Welke samenstelling er gevormd gaat worden, vooral de kiezer zal het zeggen. We zouden er wellicht echter goed aan doen om minstens nog een rondje met onze vertrouwde, optimistische Mark Rutte door te gaan doen. Het gaat beter met ons land, ‘why change a winning team?’ Laten we in godsnaam het vertrouwde, vriendelijke en gemoedelijke visitekaartje naar de rest van de wereld, waar al zo veel choquerende veranderingen gaande zijn geweest, voorlopig behouden. Onze Mark staat tenslotte consistent zijn mannetje in de wereldtop en is tegelijkertijd ook zo prettig één van ons gebleven. Succes bij de stembus!