“Ga je zondag mee naar NAC”, vraagt mijn man afgelopen week vluchtig en bijna retorisch. Verwonderd kijkt hij op als ik instemmend antwoord. Eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat ik grotendeels geleid werd door de behoefte iets samen te doen en het niet de wedstrijd was die me deed besluiten met hem mee te gaan. Lekker warm gekleed gaan we samen richting het Rat Verlegh stadion. Halverwege zien we al hordes fans met geel/zwarte accessoires en een gezonde strijdlust, vastberaden in dezelfde richting struinen. Hoewel de prestaties van onze thuisclub de laatste tijd het vertrouwen in een mooie overwinning vrijwel uitsloten, lijkt deze trouwe aanhang met een ongeëvenaarde sprankeling in de ogen de hoop nimmer op te geven. Bij de hoofdingang staat een dame met een stralende glimlach om een ieder welkom te heten en de plaatsbewijzen te controleren, in een onberispelijk mantelpak, dat in eerste instantie wat overdressed oogt tussen het publiek. Eenmaal binnen blijken ze een paar dozijn van deze prachtige gastvrouwen aangerukt te hebben om alles in prima banen te leiden. In de business lounge gaan we onszelf te buiten aan het heerlijke buffet. Dan begint de wedstrijd en begeven we ons naar buiten. Plaids liggen klaar voor een ieders comfort, voor zover dat nog nodig is onder de broeierige gloed van de warmtelampen die boven de tribune hangen. NAC speelt verrassend vanaf de eerste minuut. Hoewel Excelsior volgens kenners favoriet had moeten zijn deze avond, hebben ze weinig te vertellen. De bal wordt evenwichtig rond gespeeld en de passes komen allen aan. Na het fiasco van wat ooit onze nationale trots was, is dit voetbalspel een verademing. Ik geniet met een mix van trots en enthousiasme van de saamhorigheid van de gepassioneerde supporters op de B-side, die als een harmonieus koor de opruiende teksten en leuzes door het stadion galmen om de spelers aan te sporen, ondersteund door vak G aan de overkant. ‘We’ scoren en een moment verkeert het hele stadion, op een geringe groep toeschouwers in het uitvak na, in een zekere vorm van extase. Al snel wordt het spel hervat en dient de stand nog vastgehouden te worden. Tijdens de rust wordt er al uitgelaten gespeculeerd over de eindstand, de invloed van andere wedstrijduitslagen en opgewonden gepocht over het mooie staaltje voetbal dat onze club hier vanavond laat zien. Dat er normaliter door de goegemeente en beste stuurlui in deze lounge waarschijnlijk aanzienlijk minder positieve commentaren worden geuit zal geen geheim zijn. Het wordt echter nóg beter. Er wordt door beide partijen nogmaals gescoord, waardoor het nog pittig spannend wordt en ik me zit te verbijten. Het valt me plots op dat deze jonge, vitale knullen, die hier tegen een aardig salaris hun jongensdroom waar staan te maken echter minder fanatiek achter een bal aan gaan dan mijn veterinnen team dat voor de lol op zondag in een dramatisch lage klasse een potje amateurhockey staat te spelen. Maar dat is dan ook het enige minpuntje van de avond en is ze acuut vergeven zodra het derde doelpunt voor NAC valt. Met een eindstand van 3-1 klinkt het fluitsignaal van de scheidsrechter. We blijven wachten tot de spelers applaudisserend hun rondje hebben gemaakt langs alle supporters. Een wederzijds bedankt en respect wordt geuit en binnen tien minuten is het stadion weer zo goed als leeg. Dat is te zeggen, het veld en de tribunes. In de diverse lounges alsmede het sponsorhome gaat het nog lang en gezellig door. En niet alleen als er gewonnen wordt!
Wat een belevenis, zo’n avondje NAC.