Meer dan wekelijks word ik geconfronteerd met sinistere artikelen, programma’s en onderzoekverslagen waaruit blijkt hoe zorgelijk slecht de mobiele telefoon in meerdere opzichten is voor de volksgezondheid. Ettelijke pogingen, als opvoedkundig leek, om mijn puberende kinderen hiervan te vergewissen worden stoïcijns door de toehoorders in de wind geslagen. Diverse malen trachtte ik regels in te voeren en aan te scherpen om het gebruik van die duivelse dingen te reduceren. En dan was mijn grootste bezwaar dat het huiswerk eronder zou lijden of nachtelijke appsessies voor oververmoeidheid zouden kunnen zorgen. Ik kon de vergaande gevolgen nog niet eens bevroeden. Dat de elektromagnetische straling die deze onruststokers verspreiden, kankerverwekkend zou kunnen zijn, is niet keihard bewezen, maar toch minstens uiterst aannemelijk. Dat het voor concentratiestoornissen bij kinderen en vermoedelijk ook volwassenen zou zorgen, verbaast geen mens. De warme straling heeft zijn uitwerking op het lichaamsweefsel en zou tot gevolg kunnen hebben dat tumoren ontspruiten en de hormoonhuishouding sterk wordt ontregeld. Toenemende hoofdpijnklachten zijn evenredig aan de groeiende omzetcijfers van de gsm-aanbieders. De continue, penetrante digitale prikkels van het relatief onschuldig ogende stukje mechaniek leiden af, verstompen en zijn een surrogaat voor menig humane vorm van sociale interactie en communicatie. Bewezen is dat de generatie jeugd, die van jongs af aan met het gemak van de IPhone, of iedere willekeurige variant hierop, is opgegroeid, een gering besef heeft van wat verveling of eenzaamheid eigenlijk is. Twee ogenschijnlijk negatieve belevingen die echter voor de ontwikkeling van iedere puber buitengewoon essentieel zijn. Onophoudelijk ín contact met de rest van de wereld en uít contact met jezelf. De opkomst van ‘social media’ was een uitkomst, maar sinds het zich transformeerde, van een middel om efficiënt met elkaar in contact te komen tot een verkapte vorm van utopische exhibitionisme, is ook de evolutie van de mensheid hieraan onderhevig. Niet alleen denk ik dat de mens over een paar decennia geboren wordt met een usb aansluiting in de navel, ook de psychische gevolgen zijn nu al zichtbaar aan de orde. Niet voor niets kan jeugdzorg de aanwassende proporties depressieve kinderen niet meer aan. Ook hierover kan ik overigens een twintigtal blogs schrijven, maar daar ging het nu niet over. Maken we ons druk over de gevolgen van bier op zestienjarige leeftijd? Sigaretten kopen mag ook pas vanaf achttien jaar. Maar dat onze kinderen hun hersenen, vruchtbaarheid en persoonlijkheid naar de verdoemenis helpen met zo’n ‘fijne telefoon’ om hun leeftijdgenoten te kunnen appen of snapchatten, terwijl ze naast elkaar staan of om elkaar te stalken op Instagram, vinden we de normaalste zaak van de wereld. Ik zou bijna zeggen, doe de leeftijd van dat gezellige biertje in godsnaam weer naar 16 en fabriceer een verantwoord mobieltje voor onder de 18, dat desnoods slechts maximaal twee uur per dag bedrijvig kan zijn.
Welke politieke partij zou zich hier hard voor willen maken? Mijn stem hebben ze!