Het blijft een lastige keuze ieder jaar weer: wordt het carnaval of wintersport? Met de opgroeiende garde in dit huishouden ontkomen we vrijwel niet aan het jolige, dynamische feestgedruis van onder de rivieren. Het huis staat dan ook 5 dagen lang in het teken van dit heidense volksfeest, dat iets religieus meekreeg doordat de christelijken het gebruikten om nog even flink los te kunnen voor het vasten begon. Dat hier al generaties lang niets meer van bekend noch te merken is, zal niemand bevreemden. Grote bakken met verkleedkleding, schmink, pruiken en extravagante hoofddeksels staan verspreid over de bovenverdiepingen, terwijl de naar bier en rook stinkende, kleurrijke attributen, het doordrenkte, afgetrapte schoeisel en oude, aftanse jassen de volledige benedenverdieping domineren. Brakke pubers strijken neer op de bank tot hun gestel de eieren met spek weer kan verdragen en ze zich weer uitdossen voor een nieuwe dag vol jolijt. Ik doe hier in zekere zin aan mee, al zij het een ingetogener vertolking van hooguit twee dagen. Als het puur aan mij lag zouden we ons dan ook zonder twijfel op maandag of zelfs al zondags richting idyllisch besneeuwde oorden begeven en deze vakantie op een sportievere, doch minder uitputtende wijze door te brengen. Van de laatste keer echter dat wij met ons gezin naar Oostenrijk afreisden, zijn we nog financieel aan het bijkomen. Hoewel de reis voorspoedig verliep in een afgeladen zevenpersoonsauto, die overigens speciaal voor deze gelegenheid en mogelijkerwijs aankomende situaties, werd aangeschaft, werd het overtallige nageslacht met de bus vooruit gestuurd. Het exorbitant grote appartement dat niet alleen gunstig gelegen diende te zijn vanwege de niet in onze auto te verplaatsen aantallen, werd ook geacht van minimaal twee badkamers te zijn voorzien, als we niet iedere ochtend en avond in een “Efteling”-achtige wachtrij wilden komen te staan. De grauwe, groenige grijstint van het gelaat van mijn echtgenoot, toen hij zijn pinpas door de betaalautomaat haalde om de negen skipassen voor de gehele week af te rekenen, sprak boekdelen. Laat staan de onbeschrijflijke uitdrukking die op zijn gezicht verscheen toen zijn jongste dochter vervolgens riep: “Zo, en nu naar de skiverhuur”. Ik hoef de gemiddelde wintersporter dan ook niet uit te leggen dat een warme chocolademelk op de berg, met een stukje ‘Apfelstrudel’ erbij’, en dan zwijg ik nog over de bescheiden lunch, een klein fortuin kostte met dit geweldige doch redelijk uit de kluiten gewassen gezin. Naast de wrange gedachte aan de hard slinkende bankrekening, teren we anderzijds ook nog steeds op de mooie herinneringen aan deze buitengewoon fijne week samen. Ik kijk uit naar de volgende wintersportvakantie, waar we vermoedelijk nog even een paar jaar voor doorsparen, aangezien de club, inmiddels met de nodige aanhang, meer dan gestaag groeit.