Zomerkriebels

Wat een zaligheid, dat het warme zomerweer zich zo nu en dan weer even laat zien en voelen.’s Morgens beginnen de vogels al weer vroeg te fluiten. Een euforisch, natuurlijk en romantisch geluid, ware het niet dat ik ook midden in de winter wakker wordt van een nagenoeg zelfde mengeling van vogelzang dat mijn wake-up light iedere morgen door onze slaapkamer hoont. Om vijf uur in de ochtend, wanneer het lichte schijnsel van de morgenstond langs de gordijnen piept, zwaai ik wild met mijn arm in de richting van mijn wekker om de kwetterende vogels tot zwijgen te krijgen. Na vier brute pogingen, die het apparaat nauwelijks ongeschonden weet te doorstaan, realiseer ik me dat dit de vogeltjes buiten in de tuin zijn, die via het openstaande raam, op een ongenadig vroeg tijdstip, mijn nachtrust beëindigen. Het is voor mij vervolgens onmogelijk om door het lieflijk getwitter van de gevederde diertjes heen te slapen, aangezien mijn brein dit geluid het hele jaar door refereert aan tientallen alarmbellen om mezelf tijdig onder de wol vandaan te krijgen. Maar als je dan eenmaal opstaat, dat gordijn open schuift en tegen een strakblauwe hemel aankijkt, blijft er spontaan een glimlach op je gezicht plakken. Deze glimlach houdt echter moeizaam stand wanneer ik naar beneden kijk en mijn blik het aanzicht van onze gehavende grasmat vangt. De zanderige pollenmat die ik al een aantal seizoenen achtereen tracht terug te transformeren tot het gezonde, vruchtbare gazon dat het huis ooit eer aan deed, toen we er met mijn vier achteloze kinderen en twee roekeloze honden introkken, ligt er treurig bij. Ik zucht slechts een keer. Ik besluit mijn eeuwige spijkerbroek te vervangen voor een wat dunner katoenen exemplaar en een luchtig T-shirtje vanwege de zomer in mijn bol. Fluitend haal ik het tweetal viervoeters uit hun hok, die nóg enthousiaster lijken nu de zon schijnt. Ze stormen zij aan zij door de openstaande deur het huis binnen, waarbij ze met hun grove geweld de sponning er haast uit lopen. Ik wandel mijn geijkte rondje over een dijkje met bomen aan de ene zijde en een flinke stroom aan de andere. Het is er altijd al prachtig maar nu loop ik door een sprookje. Het gras is hier wel flink gegroeid de laatste week, dus ik moet behoorlijk ploeteren door de nog dauwnatte gewassen. Mijn zomerse sneakers zijn inmiddels doorweekt. Ik werp een blik op de moeder eend die al weken met haar vijf jongen in een slinger achter zich aan, door het water paradeert en constateer weemoedig dat ze er al twee van de vijf kwijt is. Ik baan me weer een weg door de inmiddels dijbeen hoge brandnetels, die door mijn katoentje heen, aardig venijnige prikkels veroorzaken. Ik verlang naar mijn dikke spijkerbroek en mijn leren laarzen. Hoewel het nog vroeg is, voelt de warme lentezon al behoorlijk zomers aan. Mijn huid begint klammig aan te voelen door de benauwde lucht en mijn T-shirt plakt tegen mijn lijf. Onopgemerkt loop ik door een zwerm vliegjes heen die met hun uitermate fragile vleugeltjes op mijn natte huid blijven kleven en hier met geen mogelijkheid levend vanaf komen. Vervolgens gooi ik een paar keer met een stok in het verkoelende water voor de honden en zou inmiddels willen dat ik er zelf achteraan kon duiken. De jongste van de twee ontdekt echter plots de moeder eend en galoppeert door het ondiepe water in haar richting. Luid kwakend verandert de arme watervogel haar koers en de drie kuikens haasten zich zigzaggend achter haar aan om haar niet kwijt te raken. De domste van het stel zwemt volkomen de verkeerde kant op, merk ik geërgerd op. Na vier keer hysterisch de naam van mijn ongehoorzame hond te roepen, krijs ik nu dat ze ‘hierrrrr’ moet komen. Verassend genoeg kijkt ze me een moment verbaasd aan, waardoor het verloren kuiken kans ziet weer in het gareel te raken. Na nog een spijtige blik op het donzige drietal, komt mijn ‘killer’ gelukkig mijn kant op. Mijn keel doet zeer van het schreeuwen. Ik haal opgelucht, diep adem en voel de voorjaarspluisjes mijn luchtpijp inschieten, waardoor ik in een onbedaarlijke hoestbui verzand. Mijn ochtend wandeling was een kleine desillusie. De honden blijven lekker in de tuin met hun natte vacht, besluit ik. Jammer genoeg realiseer ik me, dat ik het net gewassen beddengoed heerlijk buiten in het zonnetje heb hangen, pas nadat ik het duo zichzelf uit zie schudden om zich te ontdoen van het bruinige slootwater.
Ik moet nog een beetje wennen aan de zomer.

Miskleun pur sang

Het was geen handige actie, ik geef het toe. Voor een feestje had ik een lange, feestelijk jurk nodig en wegens chronisch geld- en tijdgebrek besloot ik deze online te bestellen. Gehaast, omdat het zoekwerk me toch al heel wat uren had gekost, bestelde ik een elegant exemplaar met een lage rug en een prachtig ’trompetmodel’ onderkant. Volgens de maattabel en nauwkeurig nameten bleek ik een ‘size 8’ te moeten bestellen. Eigenwijs en rebels als ik ben, klikte ik de ‘size 6’ aan en bestelde de jurk. Toen ik de betaling had gedaan ging ik nog even terug naar de foto van het 1m80 lange, slanke model in mijn dress to be. Mijn oog viel op de lengte en ik bedacht dat het ding bij mij zeer waarschijnlijk rijkelijk over de vloer zou dweilen. Ik zou ‘m wel korter later maken, stelde ik mezelf gerust. Vlak voordat ik de pagina weg klikte zag ik een optie om aangepaste maten door de geven. Ik ook altijd met mijn haastige spoed. Ik wachtte weken in spanning op het pronkstuk dat in mijn gedachte steeds mooier werd. Hoewel ik een grote doos had verwacht, verscheen vorige week de plastic zak, dichtgeplakt met plakband. De jurk zat binnenstebuiten opgevouwen, dus ik kon nog niet meteen een oordeel vellen. Ik vouwde hem uit en vond de kleur enigszins goedkoop overkomen. Wellicht viel het mee als ik erin zat, bemoedigde ik mezelf. Ik staarde gedesillusioneerd naar mijn carnavaleske spiegelbeeld. Niet alleen was het ding veel te lang, de ‘size 6′ die mij eigenlijk veel te strak en sexy om mijn lijf had moeten zitten, leek zowaar uit de positiekledinglijn van de Primark te zijn gekomen. Ik trok de met kant bekleedde aardappelzak weer uit, stopte het ding teleurgesteld in de plasticzak terug en begon de retourvoorwaarden globaal te bekijken. De kleine lettertjes kwamen er in grote lijnen op neer dat retourneren nimmer mogelijk was, tenzij ik een verkeerd of kapot artikel had ontvangen. De rigoureuze tip van mijn jongste dochter, die mij veelzeggend fronsend had bekeken in het lelijke gewaad, om de jurk gewoon kapot te scheuren en dan terug te sturen, om zodoende aan de beperkte voorwaarden te voldoen, nam ik uiteraard niet eens in overweging. Ik wikkelde de centimeter om mijn heupen, taille en buste en fotografeerde de omvang in centimeters. Ook trok ik nogmaals mijn miskoop aan en maakte ook daar een confronterende foto van, die moest gaan bewijzen dat deze jurk minstens een ruime maat 10 was qua afmetingen. Ik schreef een uitgebreid epistel naar hen, ter onderbouwing van de foto’s en over de foutieve levering en het in gebreke blijven van het bedrijf door deze slecht geproduceerde order. Spoedig ontving ik een weinig bevredigend antwoord in tenenkrommend Engels. Ik kon een nieuwe jurk bestellen met 20% korting of ik kreeg 10% van de aankoop waarde retour. En als kers op de taart, mocht ik het foeilelijke ding houden. Stoom spoot uit mijn oren. Wat dachten zij? Dat ik nogmaals zo’n stupide vergissing zou maken. Of dat ik akkoord zou gaan met het schamele retourbedrag dat de verzendkosten niet eens dekte? En wat moest ik in vredesnaam met deze fabricagefout in mijn kast? Een ferme brief van mijn kant zou hen wel eens laten weten wat ik ervan vond. Enfin, pas tergend veel ergernis en 7 mailwisselingen verder, waarbij ik steeds 10% meer terug kon krijgen, was hun limit bereikt en zat er duidelijk geen rek meer in de inferieure service van het vage postorderbedrijf waar ik het land van herkomst niet eens heb kunnen ontcijferen. Ik accepteerde mijn geringe verlies, in de hoop dat ik er misschien nog iets van zou leren. Wellicht vind ik nog een enthousiasteling die deze jurk wel past en ook nog mooi vind, op marktplaats. Weer een lesje rijker.